Maandag 26 augustus 1935 werd de Edese gemeenschap dan ook verrijkt met dit volledig nieuwe fenomeen. Hare Majesteit Calluna I startte op die dag haar glorieuze intocht in ons dorp. Samen met haar vier hofdames zou ze gedurende zes dagen de scepter over Ede zwaaien, onder de warme belangstelling van een opmerkelijk enthousiaste bevolking. Smits beoogde met de feestweek onze gemeente, met haar vele natuurschoon, een grotere landelijke bekendheid te geven en daardoor meer vakantiegangers te trekken. Die zouden de middenstand wat extra geld opleveren.
Het leek, gezien de donkere tijden, een gewaagd plan maar het is een schot in de roos gebleken. Het sprak vanzelf dat het welslagen afhing van de inzet van de Edenaren. En daar heeft het in die beginjaren, maar gelukkig ook nu, nooit aan ontbroken. Het is een feestweek om trots op te zijn. Waar vind je nog een gemeente waar talrijke commissies, buurtverenigingen, sportclubs etc. die ieder jaar weer bereid zijn tijd en energie te steken in de organisatie van een feestweek? De inzet van zoveel vrijwilligers mag uniek genoemd worden.
De eerste Heidekoningin was mevrouw Aukje Hogervorst-van Polen, vrouw van een opperwachtmeester van de artillerie. Zowel de Heidekoningin als de hofdames waren lid van de onderofficiersvereniging ‘Advendo’, die in die tijd erg populair was. Onder voorzitterschap van burgemeester Baron Creutz werd een erecomité en een groot aantal commissies gevormd.
In de Grootestraat, tegenwoordig de Molenstraat, was ‘Lord’ van Wijhe de grote gangmaker. Gerrit, zoals hij in werkelijkheid heette, dreef in een deel van deze straat samen met zijn zus Jans een galanterie- en speelgoedzaak. Hij vond regelmatig iets nieuws uit: openluchtspelletjes, gekostumeerde optochten, ingewikkelde polonaises en boerenbruiloften. Kortom, hij was altijd bezig om het feest aan de gang te houden. Het was dan ook niet zo verwonderlijk, dat dit stukje straat na de eerste Heideweek werd omgedoopt tot de ‘Lord van Wijhestraat’.
In 1939 ging in verband met de mobilisatie de vijfde Heideweek niet door. In de daarop volgende oorlogsjaren natuurlijk evenmin. In 1946 pakte men -onder meer de toenmalige VVV-voorzitter Willem van Otterlo, Evert Jan Roelofsen, David de Nooy, Bertus Pietersen, G.W. Jansen en de AKU-medewerkers Dirk den Hartog en Willem Driessen- de draad weer op. Het werd meteen een daverend feest. Ook het jaar daarop toen de operette ‘De Zigeunerbaron’ onder recordbelangstelling werd opgevoerd. Ter gelegenheid van het 50-jarig jubileum van de regering van Wilhelmina en de inhuldiging van haar dochter, werden in Ede volop festiviteiten georganiseerd waarin het programma van de Heideweek was opgenomen.
Een Heideweek-loos tijdperk volgde van 1961 tot 1964. G.W. Bos (later wethouder in Ede),
K. Hylkema en I. Keekstra maakten daar een eind aan en zorgden twee jaar voor de bekende activiteiten in 1965 en 1966. Daarna volgde weer een stilte tot en met 1974. Storebest-directeur Adri de Jonge organiseerde tijdens Heideweekloze jaren alternatieve festiviteiten zoals een Toeristenweek, onder het motto ‘De Heide bloeit’ (1955), een ‘gouden Garnizoensfeest’ (1956) en een stoomdag (1977), maar de Heideweek-fut was eruit.
Sinds 1978 is de Edese Heideweek een constant terugkerend fenomeen, op twee Coronajaren (’20 en ’21) na. En dat is vooral te danken aan de inspirerende werkzaamheden van de toenmalige voorzitter van de Heideweek, Adri de Jonge (oprichter van STOREbest winkelinrichtingen), VVV-directeur Cees van Barneveld en Ad Rossen (voormalig kapper).
© 2025 - Heideweek Ede
Gemaakt met in Ede door Rogier Producties